‘De cliënten zijn te goed voor het een, maar komen tekort voor het ander’

Sanne (28) werkt anderhalf jaar bij Abrona als Persoonlijk Ondersteuner. Haar vader werkte maar liefst 23 jaar voor de organisatie. Best een logische stap om in zijn voetsporen te treden, maar de afstand van haar woonplaats Almere liet haar toch even twijfelen om te solliciteren. Ze waagde de stap en besloot om met Abrona in gesprek te gaan, was ze direct enthousiast. Sindsdien rijdt Sanne met veel plezier op en neer naar haar werk.

Met de paplepel ingegoten

Als Persoonlijk Ondersteuner (PO) staat Sanne dichtbij de cliënten. Haar functie is gericht op de persoonlijke ontwikkeling van cliënten. Sanne: ‘Ik doe er alles aan om de ontwikkeling zo goed mogelijk te faciliteren. Ik stuur een klein team van activiteitenbegeleiders aan en bied de ondersteuning die zij nodig hebben.’ Dat Sanne uiteindelijk ging werken in de zorg, was geen verrassing. ‘Het is met de paplepel ingegoten, ik kon er niet omheen. Als peuter ging ik met mijn moeder naar een speciaal kinderdagverblijf en later met mijn vader naar woongroepen. Ik heb het geprobeerd te ontkennen door eerst andere studies te gaan volgen, maar dat is niet gelukt’ zegt ze lachend.

Kansen

Sanne: ‘Het vervelende is dat onze jongens tussen wal en schip vallen. Ze zijn te goed voor het één en komen tekort voor het ander.’ De grootste uitdaging in haar vak is dan ook om de drempel in de maatschappij te verlagen. Wanneer een werkgever hoort dat iemand een beperking heeft, schrikt dat vaak af. Sanne: ‘Maar wat nou als een cliënt precies bij zo’n organisatie, in zo’n soort beroep wil werken? Dan brengt dat een hoop teleurstelling mee.’

Gelukkig wordt er soms ook in kansen gedacht. ‘Er was een jongen met syndroom van down die piloot wilde worden. Je weet dat dat ‘m niet gaat worden. Bleek dat het hem helemaal niet om de vliegtuigen ging, maar om de stewardessen. Er moesten vier vergaderingen overheen gaan, maar nu is hij assistent beveiliger bij Schiphol en brengt hij stewardessen van de ene naar de andere gate en glimt hij van oor tot oor.’ Een goed voorbeeld van mooie kansen, die niet iedereen ziet.

Imago

Sanne constateert dat de horecagelegenheden van Abrona kampen met een imagoprobleem. De oplossing hiervoor is volgens haar om de maatschappij telkens weer te laten zien hóe deze doelgroep is. ‘Mensen horen beperking en de deur gaat half dicht. Terwijl we allemaal beperkingen hebben. En welke beperking je ook hebt, er is altijd iets te bereiken. We moeten kijken wat er wel mogelijk is. En dat is wat wij bij Abrona doen. Maar we kunnen ze niets leren bij ons Hotel of restaurants als onze kamers of tafels vrij zijn. Wanneer we vol zitten, kunnen wij onze cliënten iets leren. En daar is de gast onderdeel van.’